Page 48 - MEE Signaal
P. 48
Nawoord
We kunnen meer veranderen dan we denken
Zorgverleners, beleidsmakers, inkopers en andere betrokkenen in het sociale domein zullen veel van de beschreven knelpunten in deze rapportage herken- nen. De knelpunten zijn ook niet nieuw en doen zich al jaren voor. Toch voelen we ons vaak niet bij mach- te om iets te veranderen. Zetten we onszelf, onze organisatie, ons zorgstelsel en vooral de mensen om wie het gaat niet vast als we denken dat we het niet kunnen veranderen? Als we vasthouden aan veelge- bruikte zinnen als:
‘We hebben onvoldoende geschikte medewerkers.’ ‘Er is een wachtlijst.’
‘Deze cliënt is onhandelbaar.
Eerst moet de verslaving worden opgelost.’
‘Dit valt niet onder ons regime.
Het is de verantwoordelijkheid van ...’ Of ‘Probeer het eerst bij ...’
‘Deze cliënt wil niet.’
‘Deze informatie kan ik niet geven. Beroepsgeheim.’
‘Er zijn onvoldoende gegevens, dus ik kan ...
‘... geen indicatie geven.’
‘... niet beoordelen of deze cliënt hier past.’
‘... niet inschatten of het Wmo, Jeugdwet, Wlz of Zvw is.’
We denken vaak dat de oplossing buiten onszelf ligt, maar daarmee verdwijnen de knelpunten die we signaleren niet. Integendeel: het belemmert het vinden van mogelijkheden en het maakt ons afwach- tend en gefrustreerd.
Gelukkig kunnen we meer dan we denken: of we nu indicatiesteller, wijkteammedewerker, zorgverlener, cliëntondersteuner of zorginkoper zijn: wíj kunnen het verschil maken. We hoeven ons namelijk niet vast te houden aan onze rol en de begrenzing daar- van en kunnen zo flexibeler worden in de manier waarop wij denken.
Door buiten de kaders te denken en beter te luisteren naar wat onze cliënten en hun naasten zeggen, kunnen we beter zien wat er nodig is en dan
van daaruit handelen en niet vanuit onze taak en mandaat en vanuit elke afzonderlijke wet.
Dan kunnen we bijvoorbeeld denken:
‘Deze persoon valt niet onder de Wlz (waar ik de zorg voor inkoop/de indicatie voor stel/cliënt- ondersteuner voor ben), maar laat ik wel contact opnemen met de gemeente om te zorgen dat deze cliënt daar goed terechtkomt en de zorg of voor- zieningen krijgt die nodig zijn.’
‘Laat ik niet alleen kijken naar die verslaving, maar naar waar deze persoon nu het meeste bij is gebaat. Een vaste woonplek is nu meer helpend dan de behandeling van de verslaving.’
‘Deze cliënt heeft behoefte aan rust en structuur. Hoe kan ik dat binnen onze organisatie gaan regelen?’
‘Wat zijn de triggers voor zijn moeilijk verstaan- bare gedrag en hoe kunnen we dat zo veel moge- lijk voorkomen? Wat zeggen zijn ouders hierover?’
‘Wat zou zij nu het liefste willen?’
Wij hopen dat de verhalen uit deze rapportage u raken en dat u - met ons - de noodzaak en drang voelt om er wat aan te veranderen. Laten we daarbij niet bij ons stelsel beginnen, maar bij onszelf.
48