Page 40 - MEE Signaal
P. 40
Drang en dwang om Wlz aan te vragen
Afwentelgedrag en grote verschillen tussen domeinen
E
Edwin heeft een chronische spierziek- te. Hoewel het om een progressieve aandoening gaat, is zijn gezondheids- situatie en zorgbehoefte al jaren redelijk stabiel. Hij ontvangt nu de benodigde verzorging vanuit de zorgverzekering en huishoudelijke hulp uit de Wmo.
Edwin is tevreden met hoe hij het nu thuis heeft ge- regeld, hij heeft alleen wat meer uren huishoudelijke hulp nodig. De gemeente heeft echter aangegeven dat hij aan het maximum aantal uren zit dat vanuit de Wmo geboden kan worden. Wanneer Edwin toch vraagt om ophoging van zijn Wmo-toekenning,
laat de gemeente weten dat hij een Wlz-aanvraag bij het CIZ moet doen. Edwin is het hier niet mee eens. Volgens hem biedt de Wmo namelijk wél ruimte om aan zijn behoefte tegemoet te komen. Verder krijgt hij geen antwoord op zijn vraag hoe het zit met continuïteit in de zorgverlening en welke eigen bijdrage hij moet gaan betalen. Het is belangrijk
om dit te weten, aangezien de overgang van zorg- verzekering en Wmo naar Wlz behoorlijke financiële consequenties voor Edwin kan hebben.
Hij weigert daarom een Wlz-aanvraag bij het CIZ te doen. De gemeente reageert daarop met de mede- deling dat hij daarmee niet langer in aanmerking komt voor de Wmo. Ook de toekenning van zijn huidige zorg zal worden stopgezet, tenzij alsnog blijkt dat er geen beroep op de Wlz mogelijk is.
Edwin voelt zich gedwongen een Wlz-indicatie aan te vragen, waarbij het de vraag is of deze toegekend zal worden. Hij is bang dat wanneer hij geen afwijzing van de Wlz-aanvraag krijgt, hij minder zorg zal ont- vangen. Dat risico durft hij niet te lopen.
40
Casus 16
ZVW
Wmo
Wlz